De telefoon

In de nieuwste tijd werd niet enkel de fotografie uitgevonden, maar ook de telefoon deed zijn intrede. Ook dit ging gepaard met een proefje want waarom gebeurt dat via een draad?

Wel geluiden zijn trillingen. Die trillingen zetten zich beter voort via een draad dan door de lucht.

We fluisterden enkele woordjes naar elkaar van op een afstand.

We reizen naar de nieuwste tijd...

Ondertussen hebben we al in heel wat periodes rondgetrokken. We zijn ondertussen in de nieuwste tijd beland.

Er was eens... een man die Niepce heette. Die man deed een grote uitvinding. Hij wilde namelijk op papier vastleggen wat hij zag. Geen gemakkelijke klus. Hij deed er dan ook 8 uur over om de eerste foto te nemen.

Dit deed hij aan de hand van een 'camera obscura'. Ook in de klas maakten we een camera obscura. De eerste poging lukte niet zo goed, maar door de tweede camera hebben we wel ons raam kunnen zien. De juf bracht ook twee rare fototoestellen mee. Van in de tijd van haar memeetje... (nietwaar, hehe)

Wordt vervolgd...

De teletijdmachine

Ondertussen zijn we al een tijdje uit de oudste tijden.

Nu we zelf vuur konden maken, moesten we daar natuurlijk een hele boel mee doen.

Zo komen we in de nieuwe tijd. Waar de gebroeders Montgolfier er niets beter op vonden om vuur onder een ballon te hangen en zo de eerste heteluchtballon te creëren.

De juf kon het niet laten en moest toch eens bewijzen hoe het dan komt dat die ballon ook echt de lucht in gaat.
Experiment: Neem een glazen fles en zet er langs boven een ballon op. Zet deze fles in een glazen kom. Kook het water en giet het water in de kom. De lucht in je fles warmt op en vult de ballon. Hieruit leerden we dat warme lucht stijgt. De lucht heeft geen plaats genoeg meer in de fles en vult de ballon.

Wordt vervolgd...

Het auteursbezoek

Vanmorgen sprongen we om kwart na acht al in de wagens en vertrokken we naar Boezinge. Daar zouden we die man ontmoeten waar we al meer dan een week opdrachten rond maken. We lazen zijn rijmlap, we tekenden personages uit zijn boeken, we maakten zelf een liedje over een seizoen, we verzonnen zelf een einde aan één van zijn teksten en juf las het verhaal 'Wat je zegt, ben je zelf' voor. Vandaag was het zover en konden we ontdekken wie de man achter deze verhalen was.

Joris Denoo is een auteur en is een halve eeuw en een half decennium oud. (De kinderen gingen even aan het rekenen.) De lege inktvullingen die hij gebruikte bij het schrijven van zijn laatste drie boeken (van de 52) heeft hij in een lege wijnfles (die zijn vrouw uitdronk) gespaard. Het waren er 312(?? als ik me niet vergis). Joris gaat nooit naar de kapper, of dat verklaarde hij toch. Want wat mogen we uiteindelijk geloven...auteurs mogen blijkbaar overdrijven, liegen.

Na deze boeiende uiteenzetting vol grappige woordspelingen en overdrijvingen (leugens) kregen we een gehandtekende bladwijzer.

Sfeerbeelden net voor 'Showtime'

- ROBIN WOOD - De man die straks in zijn bos brutaal zal wakker gemaakt worden. Was het Robin Wood in het bos, of zit dat bos nu in Robin Woods haar?

- PRINSES PARELMOER - Toch even kijken of zij wel mooi genoeg is om stiekem in het bos te wandelen. Tenslotte zal zij daar haar stoere Robin Wood ontmoeten.

-DE BOSELFEN- De drie lieve behoeders van het bos die niet bang zijn om koning Karolus de zesde een tik te geven als dat nodig is.

- KONING KAROLUS DE ZESDE EN EEN BOOMGEEST - Nu nog bevriend, maar straks aardsvijanden.

- TWEE BOOMGEESTEN - Nog twee dappere strijders die zullen vechten voor hun bos!

- DE STRIPTEKENAAR - De man die het publiek de nodige tekst en uitleg gaf, de bomen deed zuchten, de prinses deed zingen en het publiek deed juichen bij de redding die de bosdiertjes en kabouter brachten.

- BARON BROMPOT - Ik denk dat hij nu al voelt aankomen dat de boomgeesten het hem moeilijk zullen maken.

Nogmaals een dikke proficiat aan iedereen. Ik ben heel trots op jullie!

Terug naar de oudste tijden...

Na het thema 'dieren', is het nu de beurt aan het thema 'uitvindingen'.

We duiken met de klas de geschiedenis in. Op dit moment zijn we blijven steken in de oudste tijden. We leren dat vuur maken, lang geleden, niet zo'n makkie was. Nu nemen we een lucifer of een aansteker, maar in de oudste tijden deed men dat met een vuurboog-vuurboor.

Hoe je deze stukjes in elkaar puzzelt?

Zo dus! Langs boven een blokje ter isolatie. (Zodat je hand niet op het stokje wordt gespiest en je het er zelf niet te warm bij krijgt.) De leren 'veter' netjes rond de stok gedraaid en wrijven maar! Hoe lang je dit moet doen om maar een klein beetje rook tevoorschijn te toveren? Heel lang. Sommigen merkten op dat de juf toch al wel wat rood begon te worden. Roken heeft het niet gedaan, maar je kon wel goed de warmte voelen en het verbrande hout ruiken.

Misschien had onze vuurgeest beter zo zijn vuurtje gestookt. Dan was er genoeg tijd geweest om de vuurgeest en koning Karolus de zesde in hun snode plan te betrappen!